Hans Plomp – Niet Stoned Maar High

Hans Plomp - Niet Stoned Maar high Blog HighLife

In de wereld van activisme en legalisatie heeft Hand Plomp een onuitwisbare stempel achtergelaten. In dit interview in de magazine HighLife verteld hij over zijn tijd als voormalig voorzitter van Stichting Legalize! waarbij hij zich met passie inzette voor de normalisatie en legalisatie van bepaalde substanties. Zijn naam is onlosmakelijk verbonden met de strijd voor verandering en de bevrijding van taboes.

Plomp’s betrokkenheid bij de stichting ging verder dan alleen bestuurlijke taken. Hij was een visionair, een kunstenaar, en een pleitbezorger voor de vrijheid van individuen om hun eigen keuzes te maken

In de wereld van activisme en legalisatie heeft Hand Plomp een onuitwisbare stempel achtergelaten. Als voormalig voorzitter van Stichting Legalize! zette hij zich met passie in voor de normalisatie en legalisatie van bepaalde substanties. Zijn naam is onlosmakelijk verbonden met de strijd voor verandering en de bevrijding van taboes.

Plomp’s betrokkenheid bij de stichting ging verder dan alleen bestuurlijke taken. Hij was een visionair, een kunstenaar, en een pleitbezorger voor de vrijheid van individuen om hun eigen keuzes te maken

Het gaat goed met schrijver en dichter Hans Plomp, en toch ook weer niet. Maar hij is blij met zijn leven, zijn echtgenote en de ontwikkelingen die de culturele vrijhaven Ruigoord de laatste tijd doormaakt. Een update onder het genot van een vape-je.

We treffen elkaar op een zonnige middag in Ruigoord, het dorpje onder de rook van Amsterdam dat in 1973 gekraakt werd en nu als kunstenaarsdorp door het leven gaat. Zijn vrouw Masja Ottenheim is naar een vergadering, dus we hebben het rijk alleen. Eerst maar even hoe het ervoor staat, dan is de lezer ook weer op de hoogte. “Ik ben bijna tachtig en heb kanker. Dat heeft iedereen rond die leeftijd, geloof ik. Al of niet manifest. Ik heb prostaatkanker, het schijnt dat de meeste mannen van mijn leeftijd prostaatkanker hebben, de meeste mannen leven dan langer dan hun kanker. Maar goed, ik heb het en ik weet waaraan ik doodga, dat is wel zo prettig.”

Fijn leven

“En verder gaat het ontzettend goed met me. Ik heb een ongelofelijk fijn leven gehad, ik heb toegang tot de heerlijkste middelen, de lekkerste druppels THC uit de Himalaya en heerlijke wiet en noem maar op, ook padden- stoeltjes. Mijn dorp Ruigoord bloeit en ik heb een ontzettend lieve vrouw gevonden op mijn 78ste. Mijn kinderen doen het goed, en ik heb een boekje geschreven over doodgaan. Ik heb het gevoel dat dat een mooie afronding is. The Art Of Dying – maar het is een heel fijn en vrolijk boekje. Met twee neukende skeletten van Aatje Veldhoen op de omslag. Dus ik ben eigenlijk heel gelukkig, maar mijn lichaam loopt een beetje naar z’n eindje.”

 Nieuwe middelen

Hans werd geboren in 1944 in Amsterdam. “Dus in de sixties opgegroeid in de hoofdstad, en als je dan in die kringen zat dan kwam alles langs. Ik was rond de twintig toen de eerste mescaline z’n entree deed. Amerikaanse black GI’s die in Duitsland gelegerd waren gingen naar Amsterdam als ze vrij hadden, om te swingen, en die namen wiet mee. Zo kwam de wiet hier eigenlijk voor het eerst binnen. En er was een zekere opleving van de oude Nederlandse kennis, Mellie Uyldert was van de geneeskunde van de Germanen, maar er waren ook mensen die met de liegenzwam Ik heb een ongelofelijk fijn leven gehad kwamen. Niemand wist dat zoiets psychedelisch was, maar het borrelde toch weer naar boven. Zelfs de kaalkopjes die hier overal in de weilanden groeien, waar niemand van wist. En zo begon in Nederland langzaam maar zeker een golf van experimenteren met al die nieuwe middelen.”

Niks gewend

“De wiet in Nederland was niet al te sterk, het heette dan ook ‘boerenkool’. Het was niet sterk, maar in die tijd toch al iets – we waren helemaal niks gewend. Al vrij snel kwam er wiet uit Indië, wat nu Indonesië is, want er waren nog steeds connecties met Indische Nederlanders. Je kon gewoon in de haven naar een schip lopen en zo’n bemanningslid had dan een kilootje weggestopt. Niks douane, totaal geen paranoia. Drugs bestonden eigenlijk helemaal niet. Behalve speed en dat soort dingen, die als vermageringsmiddel werden gebruikt. Niemand in Nederland wist daar iets van.”

Eens even kijken

Het is ook een wonder dat al die middelen van a l die volkeren van over de hele wereld plotseling in ons land kwamen – peyote, ayahuasca, wiet of opium. En dat wij daarmee aan de gang mochten gaan. Kijken van wat is dit in godsnaam? Met wiet viel dat nog wel mee, maar met LSD en peyote en dat soort dingen… Mensen belandden in de psychiatrie, niemand wist wat het was en alles ging zonder begeleiding, hup, tripje erin en dan eens kijken. Dus de eerste jaren waren best heftig. Toen werd het allemaal verboden en wat kleiner en bekender, en nu is het weer in opkomst met jonge mensen die gestudeerd hebben en die vanuit hun studie zeggen dat het therapeutisch heel bruikbaar is. Je ziet het nu opduiken meer als geneesmiddel dan als ontdekkingsreismiddel.”

Wel of niet OK

“We kwamen er vrij snel achter dat je drugs en drugs hebt. Drugs komt van drogerij, een drogist is iemand die gedroogde planten verkoopt, maar bij ons zijn drugs nu verboden middelen die voor een deel niets met elkaar te maken hebben. Speed of paddenstoelen, alcohol en ayahuasca, het heeft niets met elkaar te maken maar het zijn allemaal drugs. De Amerikaanse overheid heeft dat op een hoop gegooid en in plaats van peyote en LSD hebben ze heroïne in de maatschappij geïnjecteerd. Om die hele beweging die love en peace liep te roepen tijdens die Vietnamoorlog de kop in te drukken. Wij moesten uitvissen wat wel of niet OK was. En dat was best moeilijk, ook in Ruigoord zijn mensen aan de heroïne blijven hangen.” Kijk eens hoe mooi “Wiet en hasj zijn voor mij zo gewoon, het is deel van mijn dagelijks leven. Als ik naar mijn vriendin kijk die totaal clean is: zij kan het aan mij zien. Als ik een knorrige bui heb zegt ze ga alsjeblieft wat blowen. Dan blow ik en dan komt er toch een vriendelijkere beschouwende kant van me naar boven, en omdat ik heel veel blow is die knorhaan de meeste tijd verdwenen, maar die zit er wel. Het onderdrukt bij mij in ieder geval mijn Ik kweek zelf ook wel buitenwiet, iedereen in Ruigoord trouwens mopperige kant. Als je die mopperige kant wegduwt is het in zekere zin onderdrukken, maar ik vind het een heel prettige onderdrukking. Ik neem een blowtje en denk hee waarom zat ik nou zo te mopperen, moet je kijken hoe mooi die blaadjes zijn, en die muziek.”

Peaceful en filosofisch

“Cannabis is zeker peaceful en filosofisch. Zoals ik het in India heb leren kennen met de sadhu’s, die roken dan een chillum en dat is niet zomaar iets maar een heel ritueel, die gebruiken dat om high te worden. Als ik het goed heb zijn er ook jeugdbendes in Nederland die blowen, dus het is niet altijd gezegd dat zoiets tot vreedzame dingen leidt. Maar voor zover ik het weet is het een kruid dat filosofisch en vreedzaam stemt, en dat je daardoor aandacht hebt voor de dingen om je heen. Muziek is dan ook heel prettig. Ik vind het een gezonde verslaving, als je al van cannabisverslaving kunt spreken. We zijn ook aan zuurstof verslaafd, dat is nog veel erger, je kunt geen vijf minuten zonder of dan heb je al een cold turkey. Cannabis is voor mij een positieve verslaving in mijn leven.” De gevoelskant stimuleren “Ik was niet zo fanatiek dat ik zei dat de nieuwe maatschappij dit en dat moet, maar ik denk wel dat als meer mensen zouden blowen, op een prettige manier, dan zou de wereld toch wat filosofischer en rustiger zijn. Zeker bij mannen, vrouwen hebben er niet zoveel mee.

Veel meer mannen blowen. Blowen kietelt je vrouwelijke kant, je gevoelskant, empathie. Wat men vrouwelijk noemt wordt bij mannen door die wiet gestimuleerd.”

Vrijheid van de sixties

Na de vrijheid van de sixties werd veel verboden. Maar niet alles! “Binnen het kruideniersbewustzijn dat in Nederland sterk vertegenwoordigd is, kwam er dan toch de coffeeshop. Wel zo moeilijk mogelijk, verboden maar met een achterdeur. Ja dat was toch business. Er was een sterke stroming uit de sixties overgebleven die zei kom op, een wietje moet kunnen, alle studenten hadden geblowd, er was een soort basis van: dat is echt niet gevaarlijk. En daaruit is dan toch een gedoogdingetje voortgekomen. Maar je moet niet vergeten dat Roel van Duijn en veel andere linkse activistische mensen absoluut geen wiet wilden. Dat liep parallel met provo, en de meer ludieke bewegingen – denk aan: een tevreden roker is geen onruststoker. Als je stoned was zou je minder politiek gemotiveerd zijn. Dan zeiden wij wel: we worden niet stoned, we worden high.”

Waarschuwing

“Ik zit dicht bij de bron van alles, ik ken allerlei mensen die kweken of importeren of maken, dus ik koop het meestal bij bekenden. En soms ga ik naar een coffeeshop om te kijken wat ze daar nou hebben. Ik kweek zelf ook wel buitenwiet, iedereen in Ruigoord trouwens. Bij sommige mensen stond vroeger de tuin vol, want er kwam hier nooit iemand kijken. Een aantal jaren geleden kwam toch de wijkagent, hij zei ik moet jullie wat vertellen, er is een helikopter overgevlogen en die heeft foto’s gemaakt, moet je kijken, hele plantages.” `

Heel relaxed

“Dat kunnen we niet gedogen. We weten wel dat het allemaal prima is met jullie, jullie veroorzaken geen last en waarschijnlijk blowen jullie zelf alles op, maar dit kan niet. De mensen die het hadden verstopten hun meer dan vijf plantjes, en er is nooit gecontroleerd – dat was toen. Dus het is heel Ik ben echt een wietmannetje relaxed hier. Verder weet ik het niet, iedereen doet wat ie doet, ik geloof niet dat hier grote plantages zijn. Dat zou ook stom zijn, want dan breng je het dorp in gevaar. Maar vijf plantjes heeft iedereen wel.”

Een goede high

“Een goeie wiet vind ik het allerlekkerst. Goede hasj sla ik ook niet af. Maar ik ben echt een wietmannetje. En een uitstekend Belgisch tripelbiertje vind ik ook wel lekker. Of de combinatie daarvan. Dat kon vroeger niet, of je blowde of je dronk, maar dat is naar elkaar toegegroeid. En verder kaalkopjes, paddenstoeltjes, truffeltjes, ik gebruik bijna niks meer hoor, de laatste keer dat ik ayahuasca gebruikte kreeg ik heel duidelijk te horen: ben je hier nou alweer!? Ga terug, maak er leven van, schiet op, wat moet je hier, je weet het toch. Ik dacht nou weet ik het wel wat ik van die trips enzo kan leren, dus daar ben ik mee gestopt. Ik zoek altijd wel sterke wiet, want tuinwiet voldoet niet wat dat betreft. Ik vind het lekker om een goede high mee te maken.”

De strijd aangaan

“Tabak blijft z’n greep altijd houden, ik vind het een heel merkwaardige plant, het is ontzettend verslavend en ik vind er geen reet aan qua effect, je merkt het niet, je merkt alleen maar dat je na een tijdje weer wil. Ik heb veel vrienden die uiteindelijk kapotgaan aan COPD, met die tabak en veel blowen van joints met tabak, en dat is verschrikkelijk. Ik begon mijn longen ook te voelen, want ik rookte geen pure tabak maar wel joints met tabak, en die inhaleer je net zo diep. Twintig jaar geleden ben ik de strijd aangegaan maar ik moet je zeggen dat ik nog steeds als ik een joint of sigaret of tabak ruik dan voel ik dat patroon dat er zit weer de kop opsteken.”

Charmes

Hans heeft nu een vape. “Je moet er heel goede wiet instoppen en dan komt er heel goede damp uit. En het is onschadelijk. Er zit geen teer in, en al die andere stoffen die bij verbranding vrijkomen. Heel prettig dus. Maar soms, met echt vuur en een pijpje – dat heeft zo z’n charmes. Wat betreft kanker is THC-olie wel echt een medicijn. Via roken komt er niet zoveel THC in je organen terecht, blijkbaar, via die druppel wel, die slik ik in. Ik ben bijna altijd high dus verder merk ik het niet zo.”

Gezond

“Ik krijg de babbel van die vape, ik voel me prettig en niet moe, een lenteachtig gevoel, maar een joint met tabak is volkomen anders. Dat zou je meer stoned kunnen noemen, maar het is niet onprettig hoor. Hasj puur is weer heel anders. Tabak is toch… In Amerika stonden ze verstelt dat we voor een joint tabak en wiet mengden. Daar roken ze het altijd puur. Deze plant, de cannabis, heeft een essentiële rol in mijn leven gespeeld, ik denk niet dat ik in wezen veranderd ben, maar ik ben veel minder kritisch of knorrig, toch vriendelijker. Moet je dan altijd een pil nemen om vriendelijker te zijn, dat is ook eng. Maar zo voel ik het niet. Het is gezond, zeker voor oudere heren.”

Bron: HighLife magazine DECEMBER 2023 / JANUARI 2024

Dit bericht is gepost in blog. Bookmark de link.